Overdrijf niet met uw titels!
Bij het vormgeven van een boek of cursus, is het doel van titels en subtitels niet alleen om de tekst te onderscheiden en te ordenen. Maar ook om de navigatie te vergemakkelijken.
Wanneer je een boek doorneemt is het van vitaal belang dat de lezer makkelijk de sectie kan terugvinden die hij wil lezen. Het is daarom belangrijk dat titels overal consistent blijven.
Er is tegenwoordig een enorm aanbod aan lettertypes beschikbaar.
Dan is het al eens verleidelijk om er eentje van die ‘speciallekes’ te gebruiken in je ontwerp.
Wil jij een mooi en goed leesbaar boek maken?
Volg dan deze 2 gouden regels:
1. Zet geen lange zinnen in een exotisch font
Ik herhaal, heb je ooit geprobeerd om lange zinnen in een sierlijk scriptlettertype te lezen?
Dat lukt voor geen meter hé. Vandaar dat goede ontwerpers dit niet doen.
Zo’n sierlijk lettertype kan je enkel gebruiken in bepaalde omstandigheden.
Dit past bijvoorbeeld wel mooi voor namen op een huwelijksuitnodiging.
2. Niet mixen
Het gebruik van een 2e lettertype voor titels, dat afwijkt van doorlopende tekst werkt prima. Maar overdrijf niet!
Als je veel verschillende soorten lettertypes gaat mixen voor je titels, subtitels, quotes, … voor je het weet heb je een kakofonie gecreëerd. Hou het simpel en concentreer je op het balanceren van het formaat van je titels t.o.v de bodytekst, zodat je een duidelijke hiërarchie krijgt tussen de verschillende titelniveau’s.
Het geeft de lezer een houvast en zorgt voor een visuele verbinding met alle tekstonderdelen. Je titels een paar punten groter zetten, eventueel wat vetter (medium of bold) dat kan al voldoende in het oog springen.
Hou steeds in je achterhoofd, “keep it simple”.
Hoe meer rust en eenvoud je ontwerp uitstraalt, hoe professioneler je overkomt.